Vandaag gaan we voor het eerst de bewoonde wereld weer zien: Capileira, een van de witte dorpen, zelfs 1 van de hoogste op 1495 m.
Maar eerst even een berg op, dan een berg af en nog even venijnig 150 steil omhoog. Maar dan hebben we ons eerste biertje in 5 dagen, hoewel, we moeten daarna nog een meter of 400 klimmen, want we gaan niet daar overnachten, nee, we pikken al een stukje van de etappe van de volgende dag (1000 hoogtemeters).
We lopen eerst langs nog meer levada’s, koel en groen, dan een stuk saaie grindweg ( ik hou niet van brede wegen, hoewel het voor de gesprekken soms weer leuk is dat je allemaal naast elkaar kan lopen).
Daarna moeten we de berg af, maar dat gaat nu een stuk makkelijker: mijn kuiten zwijgen en ook de 150 stijgen: kom maar op.
En dan loop je ineens in een dorp. Met auto’s en een terras. Tenminste, dat moeten we eerst zoeken en vinden! Navigeren in de bergen, no problem, maar een stad/ dorp vergt weer een telefoon app.
En dan, een heerlijke salade: vers eten en een cola light, want we zijn er nog niet. En heerlijk water uit de bron en een vuilnisbak, om alle plastic ziplocks en snicker papiertjes in te mikken. Want: leave no trace is ons motto.
Ik zal een andere keer praten over de toiletperikelen, maar in 1 alinea met het eten…. laat maar.
En dan: omhoog! Nu is het echt heet, steil, en lang. De weg zigzagt, en wij lopen recht omhoog en komen steeds de weg tegen. Tot het moment dat we weer het bos in mogen, en via een heerlijk pad, in de schaduw (dank je wel) bij een weide komen, met kersenbomen, levada’s ( haar wassen!) en zacht gras. Horizontaal!
Dit is gewoon luilekkerland!!!