We reden weg, ik betaalde de garage ( had zij geen geld?) en we scheurden de snelweg op, links en rechts inhalend , tussen de 130 en 150 km/u ratelend, rokend, vloekend en grappend.
Ik was om 5 uur opgestaan dus al best gaar, zat voorin en om met Woody Allen te spreken, vroeg me af hoelang ik die vriendelijke glimlach op mijn gezicht geplakt kon houden. Ik besloot maar te gaan lezen om een hartaanval te vermijden. De bergen gevaarlijk? Laten we hopen dát we er komen, dan zien we wel verder.
Tanken, wij weer betalen (geen geld voor benzine?) en door naar het hotel (groot woord). Ze vergat de afslag naar de Decathlon waar wij wisten dat er gas te koop was voor onze brandertjes, (mag natuurlijk niet mee in het vliegtuig) maar dat zou ’s avonds wel komen: haar man nam het wel mee. Ook goed, en we kwamen veilig aan: pffff….
Spaans bier maakte veel goed, evenals de zon op het terras, de hapjes van Monica, en samen op de kaart checken waar zij ons na een week weer op kon halen. Ook een pak van ons hart, want busverbindingen waren schaars, buiten het wintersportseizoen.
Toen het een uur of 7 was, informeerden we voorzichtig of het al geregeld was met het gas, maar zij vond het beter om ons mee te nemen om in het dorp vlakbij het te gaan halen. zucht. Lang verhaal kort; ik bleef thuis, Richard en Sabine (mijn reisgenoten) mee in de auto en 3 uur later waren ze terug. Alle ijzerwinkels van de omgeving gezien, langwerpige gasbusjes (voor vlammenwerpers?) én 2 primus van de decathlon rijker: we konden koken!
Na een heerlijke avondmaaltijd vroeg op ( nou ja, ik had me verslapen) en na een even heerlijk ontbijt van pan y tomates, zalige koffie vertrokken we met onze rugzakken, loodzwaar met een week eten en elk 2 liter water aan boord, en een goed humeur.
De eerste etappe was niet erg zwaar: geen enorme hoogteverschillen , wel een zware rugzak, nog niet ingelopen, en heel veel (bloeiende) bremstruiken, heide, stekelige takken en vee op de weg. Maar ook, bronnen met heerlijk helder water, hier en daar trailrunners ( het was zaterdag dus dagjesmensen) mooie veldjes voor lunch en koffie (noedelsoep en Nescafé: en chocola, we moeten van het gewicht vh eten af!).
We eindigden bij een (gesloten) casa forestal oftewel boswachtershuis, waar zowaar picknicktafels waren, en hoog op een klif, gemzen! Meteen dag 1 al gemzen: waanzinnig!
We zetten de tent niet eens op: heerlijk weer en gingen naast het huisje liggen, gewoon in de slaapzak, onder de sterrenhemel. Welterusten!